Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Inleiding
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en gelet op artikel 216, 217 en 217a van de Provinciewet het Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 16 december 2019, tot vaststelling van de Financiële verordening Noord-Holland 2019, waarin de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De apparaatskosten zijn direct verantwoord als directe salariskosten dan wel materiële kosten op de voorgeschreven taakvelden (w.o. ook het taakveld Overhead) op basis van de bij de begroting 2020 (inclusief begrotingswijzigingen) vastgestelde verdeelsleutels. De verdeelsleutel is gebaseerd op de verwachte tijdsbesteding van het provinciaal personeel. Daarnaast is enkel een deel van de verantwoorde kosten van overhead toegerekend aan investeringsprojecten waarbij de tijdschrijfgegevens in het financiële systeem als basis dienden.
De provincie rekent geen interne rente toe aan investeringen of andere activiteiten aangezien er bij ons geen sprake is van een financieringstekort.
De lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten en lasten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar is gesteld. De in 2020 toegekende provinciale subsidies (d.m.v. afgegeven subsidiebeschikkingen) zijn eveneens volledig als lasten verantwoord. Naast projectsubsidies heeft de provincie ook een aantal exploitatiesubsidies. Dit betreft met name subsidies in het kader van SVNL Agrarisch Natuur die via de RVO lopen. Hierbij wordt de subsidielast toegerekend aan het jaar waarin de prestatie geleverd is. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanspost anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
Vaste activa
Indien sprake is van duurzame waardevermindering, dan hebben wij hiermee in de waardering rekening gehouden.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa met economisch nut zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, vermeerderd met bijkomende kosten en verminderd met bijdragen van derden en cumulatieve afschrijvingen. De activa worden lineair afgeschreven. Als basis voor de berekening van de afschrijving wordt de netto aanschafwaarde gehanteerd. Na afstoting van materiële vaste activa worden boekwinsten of verliezen ten gunste of ten laste van de exploitatie verantwoord.
Gronden en terreinen | n.v.t. |
---|---|
Woonruimten | 40 |
Bedrijfsgebouwen | 40 |
Renovatie bedrijfsgebouwen | 25 |
Machines, apparaten en installaties | 15 |
Overige materiële vaste activa | 3/10 |
Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut betreffen voornamelijk infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals aanleg en reconstructie van wegen, vaarwegen, bruggen, viaducten, groen en kunstwerken. Deze worden vermeerderd met bijkomende kosten en onder aftrek van bijdragen van derden geactiveerd. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd. Deze activa worden eveneens lineair afgeschreven in maximaal:
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 50 |
---|---|
Vaarwegen | 40/80 |
Wegen | 50 |
Technische installaties | 5/8/15 |
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen zijn –tenzij hierna anders is vermeld – opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
De onder de financiële vaste activa opgenomen deelnemingen zijn tegen nominale en/of aanschafwaarde opgenomen tenzij is gebleken dat de marktwaarde lager is dan de nominale c.q verkrijgingsprijs ofwel nihil is.
Vlottende activa
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt indien nodig een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen per individuele vordering (statische methode). De liquide middelen en overlopende activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste passiva
De reserves en voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Uitzondering hierop is de Voorziening pensioenen (oud-) leden Gedeputeerde Staten die tegen contante waarde van de pensioenaanspraken is gewaardeerd.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de provincie gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.