Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Met ingang van de begroting 2016 is in het BBV voorgeschreven in deze paragraaf een set van zes verplichte financiële kengetallen op te nemen. De zes kengetallen zijn:

  1. netto schuldquote;
  2. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
  3. de solvabiliteitsratio;
  4. kengetal grondexploitatie;
  5. structurele exploitatieruimte;
  6. belastingcapaciteit (zie hiervoor de paragraaf provinciale heffingen).

1. Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de provincie ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en afschrijvingen op de exploitatie.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2019

Begroting 2020*

Rekening 2020

A

Vaste schulden (art. 46)

0

0

0

B

Netto vlottende schuld (art. 48)

15

15

27

C

Overlopende passiva (art. 49)

226

410

294

D

Financiële activa (art. 36 lid d, e en f)

0

0

0

E

Uitzettingen < 1 jaar (art. 39)

404

310

362

F

Liquide middelen (art. 40)

1

1

5

G

Overlopende activa (art. 40a)

29

29

23

H

Totale baten (exclusief reserves (art. 17 lid c)

501

499

478

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G/H * 100%

-38%

17%

-14%

*2020 t/m Tweede begrotingswijziging 2020

Een negatieve schuldquote geeft aan dat per saldo sprake is van een overschot aan middelen. Ultimo 2020 is daar sprake van bij de provincie Noord-Holland. Het saldo van het overschot (A+B+C-D-E-F-G) bij de rekening 2019 bedroeg € 193 miljoen. Bij de Tweede begrotingswijziging was dat een tekort van € 85 miljoen. Bij de rekening 2020 is dat een overschot van € 68 miljoen. De negatieve schuldquote wordt deels bepaald vanwege het feit dat de provincie op dit moment nog geen geld hoeft te lenen om projecten uit te kunnen voeren (zie regel A in bovenstaande tabel). Dit wordt veroorzaakt doordat op dit moment de provincie zelf nog voldoende middelen heeft (in reserves) om deze projecten uit te kunnen voeren.

2. Berekening gecorrigeerde netto schuldquote

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2019

Begroting 2020*

Rekening 2020

A

Vaste schulden (art. 46)

0

0

0

B

Netto vlottende schuld (art. 48)

15

15

27

C

Overlopende passiva (art. 49)

226

410

294

D

Financiële activa (art. 36 lid b, c, d, e en f)

52

53

41

E

Uitzettingen < 1 jaar (art. 39)

404

311

362

F

Liquide middelen (art. 40)

1

1

5

G

Overlopende activa (art. 40a)

29

29

23

H

Totale baten (exclusief reserves (art. 17 lid c)

501

499

478

Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G/H * 100%

-49%

6%

-23%

*2020 t/m Tweede begrotingswijziging 2020

Zie voor opmerkingen hetgeen onder één is gemeld. Zoals hierboven is vermeld zit het verschil in het feit dat bij deze berekening tevens de verstrekte leningen zijn meegenomen. Het verschil met één is zichtbaar op regel D. Logischerwijze wordt het overschot aan middelen groter als de verstrekte leningen ook meegenomen worden in de berekening.

3. Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de provincie in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een provincie bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2019

Begroting 2020*

Rekening 2020

A

Eigen vermogen (art. 42)

1107

927

1078

B

Balanstotaal

1368

1373

1420

Solvabiliteit A/B * 100%

81%

68%

76%

2020 t/m Tweede begrotingswijziging 2020

Hoe hoger de solvabiliteitsratio hoe hoger de weerbaarheid van de provincie. De mate van weerbaarheid in combinatie met de andere kengetallen geeft een indicatie over de financiële positie van de provincie.
Kijkend naar de samenstelling van het vreemd vermogen (c.q. de financiële verplichtingen), valt af te leiden dat dit met name bestaat uit vlottende schulden en overlopende passiva. Voor deze categorieën geldt dat er voldoende middelen aanwezig zijn om deze te kunnen voldoen. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat het berekende ratio ruim voldoende is om aan de financiële verplichtingen te voldoen.

4. Grondexploitatie

Grondexploitatie kan een forse impact kan hebben op de financiële positie van decentrale overheden. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Jaarlijks dient een getrouwe waardering te worden opgenomen in de jaarstukken.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2019

Begroting 2020*

Rekening 2020

Niet in exploitatie genomen bouwgronden (art. 38 lid a punt 1)

0

0

0

Bouwgronden in exploitatie (art. 38 lid b)

0

0

0

Totale baten (exclusief reserves (art. 17 lid c)

476

499

478

Grondexploitatie (A+B)/C * 100%

0%

0%

0%

*2020 t/m Begrotingswijziging 2020

Uit bovenstaande blijkt dat de provincie niet over in exploitatie genomen gronden beschikt, hetgeen past bij het grondbeleid van de provincie. Door de wijzigingen van het BBV vallen de niet in exploitatie genomen gronden met ingang van 2016 niet langer onder de grondexploitatie maar worden ze gerubriceerd onder de materiële vaste activa.

5. Structurele exploitatieruimte

De structurele exploitatieruimte geeft inzicht in de mate waarin de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Bij de beoordeling van het structurele en reële evenwicht wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele baten en lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering uit het provinciefonds en eigen belastinginkomsten (motorrijtuigenbelasting). Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. De onderstaande tabel geeft inzicht in de structurele exploitatieruimte.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2019

Begroting 2020*

Rekening 2020

A

Totale structurele lasten

366

424

377

B

Totale structurele baten

431

454

460

C

Totale structurele toevoegingen aan de reserves

41

32

35

D

Totale structurele onttrekkingen aan de reserves

2

4

4

E

Totale baten

501

499

478

Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/(E) * 100%

5%

0%

11%

*2020 t/m Tweede begrotingswijziging

Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Daarnaast bevorderen hogere structurele baten de wendbaarheid (flexibiliteit) van de begroting. Voor Noord-Holland is in alle jaren sprake van een positief percentage. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de structurele baten groter zijn dan de structurele lasten. Voor een nadere toelichting zie 5.1.4 in deze jaarrekening.

6. Belastingcapaciteit

Een provincie heeft de mogelijkheid om het aantal opcenten te verhogen tot het maximaal te heffen aantal opcenten zoals dat door het Rijk wordt bepaald. De belastingcapaciteit van provincies wordt berekend door het aantal opcenten in jaar t (het begrotingsjaar) te vergelijken met het gemiddelde van het aantal opcenten van alle provincies in jaar t-1 (het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar) en uit te drukken in een percentage.

Bij jaarrekening ultimo jaar

Rekening 2019

Begroting 2020*

Rekening 2020

A

Aantal opcenten MRB

67,9

67,9

67,9

B

Landelijk gemiddelde opcenten in jaar er voor

80,6

81,4

81,4

Aantal opcenten t.o.v. landelijk gemiddelde in jaar er voor (A/B) * 100%

84,2%

83,4%

83,4%

*2020 t/m Tweede begrotingswijziging 2020

Uit bovenstaande blijkt dat de provincie Noord-Holland onder het landelijk gemiddelde zit qua heffen van opcenten. Dit is ook logisch omdat de provincie het laagste opcentenpercentage hanteert van alle provincies. Dit zorgt ervoor dat er nog voldoende capaciteit is om eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Bij de jaarrekening 2020 is de onbenutte belastingcapaciteit berekend op € 155,1 miljoen. Voor nadere informatie over de opcenten wordt verwezen naar de paragraaf Provinciale heffingen in deze jaarrekening.

Conclusie en samenvatting

Rekening 2019

Begroting 2020*

Rekening 2020

1. Netto schuldquote

-38%

17%

-14%

2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

-49%

6%

-23%

3. Solvabiliteitsratio

81%

68%

76%

4. Grondexploitatie

0%

0%

0%

5. Structurele exploitatieruimte

5%

0%

11%

6. Belastingcapaciteit

84,2%

83,4%

83,4%

*2020 t/m Tweede begrotingswijziging

De bovenstaande tabel geeft op basis van een aantal kengetallen inzicht in de financiële positie van de provincie. Voor een beoordeling van de financiële positie is het belangrijk dat zowel naar de balans als naar de exploitatie wordt gekeken. In de kengetallen structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit komt tot uitdrukking dat de provincie over voldoende structurele baten beschikt, en dat de mogelijkheid bestaat om de structurele baten op korte termijn indien nodig te vergroten.
Voor de provincie Noord-Holland geldt dat de structurele baten groter zijn dan de structurele lasten. Dit resulteert in een structurele exploitatieruimte in 2020 van 11%.
Het percentage opcenten van Noord-Holland (67,9) ligt onder het gemiddelde van alle twaalf provincies (81,4). Dit komt neer op een percentage van 83,4% wat betreft de verhouding van de geheven opcenten in Noord-Holland ten opzichte van het gemiddelden van alle provincies. In 2019 kwam dit percentage uit op 84,2. Provincie Noord-Holland hanteert het laagste opcentenpercentage van alle provincies. Dit resulteert in een onbenutte belastingcapaciteit van € 155,1 miljoen in 2020. Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de begroting van de provincie voldoende wendbaar en flexibel is.
De kengetallen netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio en grondexploitatie hebben betrekking op de balans. Voor beide schuldquoten geldt dat er sprake is van een overschot aan middelen. Dit wordt voor een deel verklaard vanwege het feit dat de provincie op dit moment nog geen leningen hoeft af te sluiten voor het uitvoeren van projecten.
De solvabiliteitsratio over 2020 bedraagt 76%. Dit betreft voornamelijk kortlopende schulden.  Omdat hier voldoende kortlopende activa tegenover staat is de kans gering dat het eigen vermogen aangesproken hoeft te worden om aan deze verplichtingen te voldoen.
Wat betreft de grondexploitatie kan gezegd worden dat Noord-Holland geen actieve grondexploitatie kent. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is een bedrag opgenomen voor daling van boekwaardes. Uit de berekening van het weerstandsvermogen is gebleken dat als deze risico’s zich voordoen er voldoende capaciteit is om de risico’s af te dekken.
Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat op basis van de huidige cijfers de financiële situatie van de provincie als robuust omschreven kan worden.

Deze pagina is gebouwd op 08/05/2021 12:25:50 met de export van 08/05/2021 12:10:39